Dit artikel is onderdeel van de artikelserie: 'Laadpaal en Opladen'
Dit artikel is onderdeel van de artikelserie: 'Laadpaal en Opladen'
Een laadpaal is een soort stopcontact voor je elektrische auto, op een paal of aan een muur. Er zit geen laadkabel aan een openbare laadpaal, dus die moet je altijd zelf meenemen. Wil je een laadpaal voor thuis, dan kies je zelf of daar een laadkabel aan vast zit of niet.
In de meeste gevallen zie je een groen licht of een ander soort signaal als de laadkabel er goed in zit. Daarna kun je je laadsessie starten met je laadpas, soms ook wel ‘laadtag’ of ‘druppel’ genoemd. Je hebt trouwens niet altijd een laadpas nodig, er zijn ook apps waarmee je kunt laden. Je koppelt dan je app aan je laadpas en houdt je smartphone voor de scanner op de laadpaal.
1. Stop de laadkabel in je elektrische auto en in de laadpaal. Je ziet een groen licht als dat is gelukt. Een rood licht betekent ‘storing’. Op de laadpaal staat hoe je die storing doorgeeft, zodat iemand die storing komt oplossen.
2. Hou je laadpas of je app voor de scanner op de laadpaal. Zodra je een blauw licht ziet, start je laadsessie.
3. Als je wilt stoppen met laden, hou je je laadpas of app voor de scanner op de laadpaal. Haal daarna je laadkabel uit je elektrische auto en uit de laadpaal.